Eerst het zoet…

Eerst het zoet…

Het is 1570, de Lage Landen komen in opstand tegen de Spaanse koning Filips II die drie jaar daarvoor zijn hertog Alva naar De Nederlanden stuurde om orde te scheppen na de Beeldenstorm. Willem van Oranje groeit uit tot symbool voor het verzet. Het is in deze context dat het Wilhelmus wordt geschreven, de tekst die begin twintigste eeuw ons Nationale Volkslied zou worden.

De tekst van ons Volkslied stamt dus uit de tweede helft van de zestiende eeuw, net na de reformatie; de oorsprong van het Calvinisme. Veel mensen hebben het zwaar en ook kinderen moeten nog werken.

De eerste keer dat de uitdrukking Eerst het zuur dan het zoet voorkomt in een geschreven bron, is het negende couplet van het Wilhelmus:

Na ’t zuur zal ik ontvangen
van God, mijn Heer, het zoet,
daar na zo doet verlangen
mijn vorstelijk gemoed:
welk is, dat ik mag sterven
met ere in het veld,
een eeuwig rijk verwerven
als een getrouwen held.

Eerst het zuur dus. Het zoet komt daarna pas en niet eens in het leven, het zoet volgt pas na een eervol sterven op het slagveld, in de eeuwigheid.

Deze uitdrukking, die zijn oorsprong vindt in de zestiende eeuw of misschien eerder, die gebruiken we ruim vierhonderdvijftig jaar later, nog steeds. We zeggen het tegen onze kinderen als we willen dat ze hun huiswerk maken voordat ze een spelletje mogen doen. We roepen onszelf ermee tot orde, als we instinctief willen kiezen voor een middag in de zon, terwijl er ook nog huishoudelijke taken op ons liggen te wachten. In de politiek hoor je het te pas en te onpas: eerst bezuinigingen en maatregelen, zodat er daarna weer betere tijden zullen volgen. Het is een uitdrukking die in velen van ons zit ingebakken, een eeuwenoud souvenir van Calvijn dat ons in het gareel houdt.

Een leven lang lijden en vervolgens maar hopen dat het zoet je wordt toebedeeld na je dood, daar geloven binnen onze cultuur nog maar weinigen in. Toch is de uitdrukking nog steeds in gebruik.

Wordt het onderhand niet hoog tijd om lekker te beginnen met het zoet? Wie weet levert zo’n blije start zoveel energie op, dat je daarna het zuur in een vloek en een zucht even snel meeneemt. Of dat het zuur al zoete-doend transformeert naar iets anders, iets dat best meevalt, iets dat zelfs wel leuk is, omdat het zoet je stemming ten positieve heeft gekeerd. Eerst het zoet zodat je humeur het zuur zo beïnvloedt, dat het als vanzelf zoeter aandoet. Wie weet komt er op die manier nog wel meer moois van: wie zoet doet, zoet ontmoet.

Geen reactie's

Geef een reactie